
Dit citaat van Freud personifieert het intellect door het een “stem” te geven – het vertegenwoordigt het rationele, redenerende deel van de geest. Freud suggereert dat deze “stem van het intellect” hardnekkig analyseert en betekenis geeft aan zaken, zelfs als iemand geen toegang heeft tot diens diepere innerlijke wijsheid en waarheden van het onderbewustzijn.
Bij nadere beschouwing lijkt Freud te impliceren dat het intellect in dit scenario los opereert van innerlijke wijsheid. Hij waarschuwt misschien op subtiele wijze voor het te veel vertrouwen op het intellect alleen, in isolatie.
Toch herinneren de Griekse goden ons eraan dat intellect en intuïtie niet zo gescheiden zijn als ze lijken. De “stem van het intellect” kan vorm en taal geven aan onze intuïties. En rede gepaard met innerlijke wijsheid resulteert in het rijkste inzicht.
Reactie plaatsen
Reacties